Scotland in woorden

In mijn vorige post waren wat mooie landschapsfoto’s te zien. Deze keer wil ik wel wat vertellen over Schotland, maar het is wel wat moeilijker dan het plaatsen van wat fotootjes. Als mensen me vroegen hoe ik het heb gehad was mijn antwoord steevast “Fantastisch! En nog zulk mooi weer gehad ook!”. Maar daarmee doe ik die vakantie tekort. Het gevoel dat Schotland in me achter heeft gelaten is blijvend. En dat heb ik bijna nooit. Schotland is na Canada het enige land (ja ik weet dat het technisch gezien geen land op zich is, maar de Schotten vinden van wel, en ik vind ze toffe lui, dus ik vind het ook) wat ik bij thuiskomst mis. Er heerst een verlangen om terug te gaan, vooral naar bepaalde plekken. Ik zal vertellen, maar verwacht geen heel samenhangend verhaal.

Laat ik eerst even beginnen met de nadelen. Er was namelijk een groot nadeel, en dat was in dit geval de bootreis. Toevallig was er op de heenreis een enorme storm gaande, die ervoor zorgde dat de boot continue op en neer ging. Ik had een pilletje achterover geslagen en wist me nog net goed te houden, maar die arme Christiaan heeft de toiletpot meerdere malen van dichterbij gezien dan hem lief was. We lagen vijftien uur lang in onze hut, niet in staat om te eten of te drinken. Slapen lukte ook niet, want je moest je zo ongeveer aan de rand van je bed vasthouden om er niet uit te donderen. In de gare momenten dat ik echt naar de wc moest om te plassen (dat durfde ik niet meer in onze hut na Christiaan’s bezigheden aldaar), kwam ik allerlei schaars geklede Britse meisjes tegen met smerige mixdrankjes in hun hand. Die waren keihard aan het feesten; de storm deerde hen niet. Ongelooflijk, ik kon met moeite m’n maaginhoud binnenhouden en zij waren gewoon alcohol achterover aan het tikken alsof ze helemaal niet op een door storm geteisterde boot zaten. Toen de boot eindelijk aankwam, waren we allebei nogal trillerig, ongelooflijk moe en misselijk. Het was duidelijk dat ik van de twee nog het minst gaar was, dus aan mij de eer om als eerste links te gaan rijden. Ik werkte wat boterhammen naar binnen (wat was dat moeilijk!) en sloeg nog net geen kruis voordat we wegreden. Gelukkig bleek het links rijden heel erg mee te vallen! Alleen bij een meerbaans rotonde kan je echt geen zak zien als je over je rechterschouder kijkt, maar dan moet je bijrijder gewoon even meehelpen. Het was overal ook vrij rustig op de weg. Het vakantieseizoen liep natuurlijk ten einde, en ik vond het prima.


Onze eerste stop was Jedburgh, net over de grens. Ze hadden daar een abdij (ruïne) uit de twaalfde eeuw die ik graag wilde zien. We maakten daar ook kennis met de vriendelijkheid van de Schotten. Ze helpen je waar ze kunnen en maken heel graag een praatje. Ik was blij verrast (te veel vakanties op campings in Frankrijk gezeten, waar de locals je aankijken alsof je een stuk stront onder hun schoen bent). De voorzieningen op campings waren ook steevast prima.

Na Jedburgh reden we een heel eind verder, naar Oban. Daar namen we de boot naar Mull. Hier begon wat mij betreft het echte Schotland gevoel. Het werd steeds rustiger, het landschap werd kaler en ruiger. We stonden ook op een fantastische camping. Bij een schapenboer mocht je voor 6 pond je tentje opzetten. Wij deden dat aan de rand van het strand; de schapen blaatten ondertussen rustig verder en scharrelden tussen de tenten door. We maakten hier ook kennis met de ietwat minder vriendelijke inheemse diersoort van Schotland: de midges! Stel je een doodgewone Hollandse mug voor, maar dan 4 keer zo klein. Hij is in gezelschap van honderden (soms voor je gevoel wel duizenden) soortgenoten en houdt van mensenvlees. Gelukkig voor mij hielden ze meer van het vlees van Christiaan. Aan het einde van de vakantie had ik wel wat bultjes op mijn benen, maar echt last heb ik niet gehad. Christiaan daarentegen, was een lekkernij voor die beesten. Ik moet eerlijk bekennen dat ik uit leedvermaak wel gelachen heb. Hij zat compleet onder die beesten, is honderden keren geprikt (en believe me, it itches like hell) terwijl ik vrolijk rond kon huppelen zonder veel te merken. De midges waren gelukkig alleen actief rond zonsondergang, bij weinig wind.


Vanaf Mull namen we de volgende dag de boot naar Iona. Dat is een heel klein eilandje met een belangrijke historie voor het Christendom. Vanaf daar heeft het Christendom zich verspreid over de rest van Schotland. Er stond daar ook een abdij, die volledig gerestaureerd is in de 18e/19e eeuw. Erg mooi, maar ik vond de sfeer op het eiland het mooist. Het was er sereen, niets hoefde gehaast. De mensen keken vriendelijk. Het voelde zo vredig! We klommen op de hoogste heuvel en keken op ons gemak uit over de rest van het eiland. In het hotel aten we een lekkere maaltijd bestaande uit lokale producten. Het merendeel van de bevolking is er vegetariër, dat was fijn. Er was ook wifi, dat was hilarisch. Ik vond het wel even handig, kon ik nog even met m’n stagebegeleider mailen over het toekennen van m’n punten. Wel zo fijn als je af wilt studeren!

Onze volgende stop in de reis was Isle of Skye. Weer een eindje rijden, maar dit is achteraf gezien het hoogtepunt van de reis geweest. We wilden wild kamperen en besloten hier ons geluk te beproeven. Ik ben nogal een zeikerd als het aankomt op het kiezen van een goede plek, maar we hebben de perfecte plek weten te vinden. Vlakbij de rand van een ravijn (sorry ma), met een geweldig uitzicht! Hier moet toch echt even een foto bij, voor de voorstelling.


Het was er zo rustig en toen voelde ik me zo vrij! Wat heb je nou nodig in het leven?? Een tentje, wat voedsel, natuur, vrienden. Schijt aan de beschaving, vrede op aarde; dat soort dingen komen dan in je op. Als het had geregend had ik misschien andere gedachten gehad, maar het weer was prachtig. Ik heb nog nooit zoveel sterren gezien als die nacht. Bij toeval moest ik juist die nacht natuurlijk ‘s nachts plassen, maar het was fantastisch! Terwijl ik op m’n hurken zat (veel lekkerder plassen als op een WC, serieus!) zag ik Grote Beer, Kleine Beer, de poolster, de gloed van de melkweg en nog ontelbaar veel andere sterren. Echt geweldig!

De volgende dag hadden we onze beste dag. Het weer was stralend. Geen wolken aan de lucht, het was 25 graden die dag! We hebben ook superveel gedaan. We stonden voor 7 uur op en gingen wandelen naar The Old Man of Storr, een bizarre steen. Het was nog heerlijk rustig. Wij konden daar rustig rondkijken.


Terwijl we terugliepen kwam er juist een hele bende mensen omhoog. Tot onze hilariteit ook heel veel (veelal de wat corpulentere) mensen die TOTAAL geen conditie hadden. Ook helaas weer veel triestelingen gezien die op gympies een poging wagen. Ik heb altijd zin om dit soort mensen toe te schreeuwen. “Idioot, je kan je benen breken op dit soort paden of erger. Koop wandelschoenen!” Maar het heeft toch geen zin. Onze volgende stop was Kilt’s Rock. Een punt waarop de bergwand loodrecht de zee in gaat. Ook is er een mooie waterval te zien.


Daarna gingen we weer een stuk wandelen, nu echt in het midden van het eiland. Het was een heerlijke wandeling en we kwamen weer heel veel aardige mensen tegen. Met een stel hebben we echt een half uur zitten kletsen. Na zo’n drie uur kwamen we nog compleet energiek en vrolijk weer aan bij de auto. Heel veel mooie dingen gezien, vooral genoten van de goede atmosfeer. Onze laatste stop was de Fairy Glen, een heel sprookjesachtig gedeelte van het eiland. De kleine heuvels zitten er vol rimpeltjes, als het ware. Alsof de elfjes er aan gewerkt hebben. Daar ploften we neer en merkten we pas hoe moe we nu eigenlijk waren. We zochten een camping op (ik voelde me ranzig en wilde douchen) en gingen daarna, als mooie afsluiter van de dag, uit eten. Na lichamelijke arbeid smaakt er niets beter dan een lekker bord friet met een vega-burger!

Deze post wordt nogal lang, dus ik bewaar de rest voor de volgende.

Scotland

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *