Agalloch in New York

Het Agalloch concert in New York was in de leukste wijk, Greenwich Village, in een kleine venue met de uiterst curieuze naam Le Poisson Rouge. We liepen er om half 5 al heen want we moesten onze geserveerde kaartjes ophalen. Het zit namelijk zo: als je op een Amerikaanse website kaartjes besteld voor een concert, kun je als buitenlander niet voor de optie e-ticket kiezen. Naar de redenen daarvan kan ik alleen maar gissen, want wat zou er nou makkelijker zijn dan een emailtje met daarbij het ticket in een bijlage?? Goedkoop, en hoef je niet in de rij te staan om kaartjes op te halen. Gelukkig hadden ze een hele elegante oplossing bedacht. Bij de rij buiten liepen drie gozers rond met een lijst waarop alle reserveringen stonden. Je hoefde alleen maar even je naam te zeggen, kreeg een stempel en een bandje zodat je drank kon halen (21+ hier he) en je kon vrolijk naar binnen wandelen. Optimaal!

We waren als een van de eersten. Garry, Nik en ik kochten de speciale boxset met het nieuwste album, ansichtkaarten met het artwork en een 7″ lp (die ik dus helaas niet af kan spelen). Die willen we nog laten signeren door de bandleden.

Het beloofde een lange avond te worden, met vier bands op het programma! De eerste die de avond mocht aftrappen was Aerial Ruin. Geen idee wat het was, maar het bleek een soloperformance te zijn van een gast met een gitaar. Lieflijke folkliedjes wisselden elkaar af. Een beetje een ‘huh?-moment’, want dat was wel het laatste dat ik verwacht had. Ik liep even rond tussen de mensen, want de muziek hield niet de aandacht vast.

Na een poosje zag ik John en hij herkende Nik en mij gelijk. Een wam weerzien volgde, met knuffels en wat aardige woorden. Hij vond het heel tof dat we helemaal naar de VS zijn gekomen voor de band. Vlak daarna kwam Don ook even kijken en gedag zeggen. Jason en Aesop waren nog nergens te zien. Ik vroeg John waar Jason was en hij wist het ook niet; ‘he just dissapears!’.

De volgende act was een grote aanrader volgens John. Hun merchandise-gast en chauffeur is Daniel Menche, in New York een lokale noise/ambient held (blijkbaar). Het optreden, dat krap 30 minuten duurde, was inderdaad unlike anything I’ve ever seen!. Hij had een tafeltje met allerhande electronica en maakte met een stok, die een microfoon (sort of) bleek te zijn, rare keelgeluiden die hij met z’n electronica omzette in uitgesponnen soundscapes. Ik stond met open mond te kijken. Of ik het nou mooi vond….dat weet ik niet, maar bijzonder was het zeker. Die gast gaf alles, maakte de gekste geluiden en het dreunde als een malle. Thank god for earplugs…

Worm Ouroboros, de volgende act, was niet aan mij besteed. Aesop drumt in die band, en twee dames op gitaar doen de rest. Er zitten wat Neurosis achtige riffs in, maar dan valt het stil en zingen de twee dames op een soort feĆ«rieke manier….hun stemmen waren echter niet echt sterk of toonvast. Ik vond het nogal saai. Neurosis riffs, graag, kattengejank, nee dank u vriendelijk.

Om 11 uur was het eindelijk Agalloch’s beurt! Ze hadden wat problemen met de setup (gebeurt vaak!). Jason’s mixpedaal was kaduuk dus er moest even ergens een andere vandaan getoverd worden. De intro van het nieuwste album klonk en de band kwam op. Ze begonnen met Into the Painted Grey, een hard begin. Als grootste fan van de band (alle tours meegemaakt sinds 2006) moet ik toch opmerken dat de band live erg gegroeid is. Een song als deze hadden ze een paar jaar geleden echt niet live kunnen spelen. Een drummer als Aesop is onontbeerlijk, hij houdt er een stevig tempo in. Je merkt wel dat Don een betere gitarist is dan John, maar dat geeft niet. Hij heeft ook de meeste solo’s en belangrijke partijen. John moet natuurlijk ook de vocalen verzorgen, dus heeft een extra moeilijkheid erbij. Mijn favoriete song van de avond was wel Ghosts of Midwinter. Ik houd van het progsfeertje in dat nummer, met tegelijk dat typische Agalloch geluid dat ik bij geen enkele andere band terughoor.

Ik was blij dat ze Falling Snow speelden en Limbs. Ook een enkel oud werk werd nog gespeeld: Of Stone Wind and Pillor. Als toegift was er Dead Winter Days en In The Shadow of Our Pale Compagnion. Het was een geweldig optreden! Helaas moesten we meteen weg om onze reis naar Chicago te beginnen. Dat was balen, want Jason en John zeiden tegen me ‘we komen er zo aan’ en ik kon niet eens gedag meer zeggen. Nog wel even Aseop de hand kunnen schudden want die had ik voor de show nog niet begroet. Na de show in Canada kunnen we wel blijven om te kletsen en een biertje te drinken gelukkig!

De reis naar Chicago is een heel verhaal apart…..

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *